Paard: voorbeelden van behandelindicaties:
Deze lijst is niet volledig maar geeft een indicatie van wat mogelijk is met osteopathie. Heeft uw paard andere klachten en wilt u weten of ik het dier kan helpen neem dan gerust contact met mij op. Contact
Scroll verder naar beneden voor de hele lijst met meer uitleg
Rijkunstige problemen:
– bokken onder het zadel of bijvoorbeeld bokken bij het aanspringen in galop
– paard dat verzet toont of steigert tijdens het werk
– paard is 1-zijdig stijf
– paard dat weigert
– wegrennen na de sprong, bokken na de sprong
Lichamelijke klachten:
– na een val, na uitglijden of na hangen in het halster
– bij kreupelheden (vaak wel nadat de dierenarts de kreupelheid heeft beoordeeld)
– bij vruchtbaarheidsproblemen, na een bevalling of bij hormonale problemen zoals heftige hengstigheidsklachten
– bij diarree of chronische koliek
– huid en vachtproblemen (bv mok)
– een slechte bespiering ondanks training
– een paard dat mager blijft ondanks genoeg voer
– headshaking of kantelen van het hoofd
– scheef dragen van de staart
Verstoord gedrag:
– het dier zit niet lekker in zijn vel of toont gedragsverandering
– voor een kopschuw paard
– een paard dat op een deel van het lichaam niet aangeraakt wil worden bijvoorbeeld bij de benen of op de rug
– stress of lusteloosheid
Preventief:
– voor dat het zadelmak maken start
– bij een verminderde weerstand
– preventief om rijkunstige, lichamelijke of gedragproblemen te voorkomen
Indicatie’s met uitleg:
Rijkunstige problemen:
– bij bokken onder het zadel of bijvoorbeeld bokken bij het aanspringen in galop: bokken is in veel gevallen een vorm van pijngedrag. Ook kan het paard door middel van bokken aangeven dat hij lichamelijk moeite heeft op iets uit te voeren. Dit kan verschillende oorzaken hebben waaronder blokkades in de wervelkolom en verhoogde spierspanningen.
– paard dat verzet toont of steigert tijdens het werk: het dier kan ons alleen door zijn gedrag tonen dat hij ergens pijn heeft. Vaak is verzet of stijgeren dan ook een teken van klachten.
– paard is 1-zijdig stijf in bijvoorbeeld de zijgangen of wil niet buigen naar 1 zijde: wanneer het paard ondanks training duidelijk meer moeite blijft houden met buigen naar één zijde of met zijgangen naar één zijde wijst dit vaak op fysieke blokkades die het paard in de weg zitten.
– paard dat gaat weigeren voor hindernissen terwijl het voorheen gewoon sprong: vaak een indicatie van een probleem in de lage rug.
– wegrennen na de sprong of paard dat steeds sneller gaat in de loop van het parcours: dit is vaak een uiting van pijnklachten vanuit de lage rug.
Lichamelijke klachten:
– na een val, na uitglijden of na hangen in het halster: na dit soort situaties kunnen blokkades in de wervelkolom ontstaan. Deze blokkades gaan meestal niet vanzelf weg en gaan het paard beperken in zijn beweging.
– bij kreupelheden: vaak wel nadat de dierenarts de kreupelheid heeft beoordeeld. De osteopaat kan ervoor zorgen dat de doorbloeding naar het aangedane been toeneemt en daarmee het herstel versnellen. Ook kunnen kreupelheden in sommige gevallen ontstaan als gevolg van compensatie van een probleem elders in het lichaam. Wanneer dit probleem elders wordt opgelost is de compensatie niet meer nodig en wordt het kreupele been niet meer overbelast. Wanneer de overbelasting stopt is er een grotere kans op herstel van de kreupelheid.
– bij vruchtbaarheidsproblemen, na een bevalling of bij hormonale problemen zoals heftige hengstigheidsklachten. Hormonen worden aan- en afgevoerd door middel van het bloed. Is er een verminderde doorbloeding dan kan dit hormonale problemen geven. Door de doorbloeding te herstellen wordt ook de hormonale aan en afvoer genormaliseerd.
– bij diarree of chronische koliek: de darmen worden onder andere beïnvloed door zenuwen die vanuit de wervelkolom komen (rug). Een blokkade in de rug kan deze zenuwen negatief beïnvloeden en daarmee de orgaanfunctie verstoren.
– huid en vachtproblemen: bijvoorbeeld mok.
– een slechte bespiering ondanks training. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Een voorbeeld is dat het dier zijn lichaam door blokkades niet goed kan gebruiken en er hierdoor geen spieropbouw ontstaat.
– een paard dat mager blijft ondanks genoeg voer. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan bij stress door pijn of bij problemen met de opname van voedingsstoffen uit het eten. Door de doorbloeding naar de organen te verbeteren kan het lichaam de voedingsstoffen beter opnemen.
– headshaking of kantelen van het hoofd. Bewegingsbeperkingen in de nek of rug kunnen irritatie geven. Een bewegingsbeperking hoog in de nek kan ervoor zorgen dat het dier een voorkeurspositie naar 1 kant heeft.
– scheef dragen van de staart. Dit kan onder andere komen door een verhoogde spierspanning aan één kant of een bewegingsbeperking in de lage rug.
Gedragsproblemen:
– Niet lekker in zijn vel zitten of een gedragsverandering: het gedrag van een dier is de belangrijkste uiting van pijn. Vaak zal een gedragsverandering een uiting van een onderliggend probleem/klacht zijn.
– voor een kopschuw paard of een paard dat op een andere plaats niet aangeraakt wil worden bijvoorbeeld bij de benen of op een deel van de rug: Het paard ervaart de aanraking als onprettig of pijnlijk. De huid of spieren zijn hier overgevoelig wat duidt op een probleem.
– stress of lusteloosheid. Stress ontstaat vaak als gevolg van pijnklachten. Lusteloosheid kan bijvoorbeeld een hormonaal probleem zijn. Door de doorbloeding te verbeteren kan de transport van hormonen ook geoptimaliseerd worden.
Preventief:
– als voorbereiding op het zadelmak maken: als optimale voorbereiding op het dragen van de ruiter en de trainingsbelasting. Het dier kan in zijn jonge jaren door bijvoorbeeld valpartijen blokkades in de wervelkolom hebben opgelopen. Wanneer de rug van het dier belast gaat worden bij het zadelmak maken kan dit voor pijnklachten en daardoor protest gaan zorgen.
– preventief: een (half)jaarlijkse controle en behandeling om problemen en compensaties zo veel mogelijk te voorkomen. De bewegingsbeperkingen worden behandeld voordat het dier gaat overbelasten.
– bij een verminderde weerstand